Krokant van buiten, luchtig van binnen en rijk belegd met frisse en romige smaken – dat is deze pinsa. Een Italiaanse flatbread die nét wat lichter is dan pizza en ideaal om te delen. Met zelfgemaakte pesto, romige burrata-crème, knapperige pijnboompitten en een verrassend zoetje van granaatappel wordt dit gegarandeerd een smaakvol hoogtepunt aan tafel.
Burata crème
brood
rucola
Begin met het afwegen van alle ingrediënten. Doe ze in een mengkom, maar houd de gist en de olijfolie nog even apart. Kneed vervolgens het water en de wijn rustig door het deeg. Voeg daarna pas de gist toe. Door dit in de juiste volgorde te doen, krijg je een stevig en betrouwbaar deeg – de fundering van je pinsa.
Laat het deeg 15 minuten afgedekt op kamertemperatuur rusten. Dit is een belangrijke stap: tijdens het rusten ontspant het deeg zich, waardoor het straks makkelijker uit te rollen is. Zie het als een kleine pauze die het deeg helpt sterker en beter werkbaar te worden.
Bestrooi je werkbank licht met bloem en rol het deeg uit tot een ovale vorm. Strooi ook een beetje bloem over de bovenkant als het deeg aan je deegroller blijft plakken. Dit is het moment waarop je pinsa zijn herkenbare vorm krijgt – stevig maar luchtig.
Strooi wat polenta of rijstebloem op je pizzaschep. Dat zorgt ervoor dat het deeg straks makkelijk van de schep op de pizzasteen schuift. Leg het deeg op de schep, druk het lichtjes met je vingers in en bestrijk het volledig met een royale laag pesto. Dit vormt het smaakvolle fundament van je pinsa.
Schuif de pinsa op de hete pizzasteen en bak hem in ongeveer 9 minuten krokant en goudbruin. Blijf er even bij in de buurt: iedere oven is anders, en je wilt dat knapperige resultaat zonder dat de bodem verbrandt.
Haal de pinsa uit de oven en beleg hem terwijl hij nog warm is. Begin met een beetje extra pesto, gevolgd door de romige burrata-crème. Strooi er pijnboompitten en frisse granaatappelpitjes over, besprenkel met aceto-siroop, voeg wat rucola toe en maak af met een scheutje olijfolie en een vleugje zeezout. Zo ontstaat een feestelijk gerecht dat er niet alleen prachtig uitziet, maar ook een smaakexplosie geeft bij elke hap.
Krokant van buiten, luchtig van binnen en rijk belegd met frisse en romige smaken – dat is deze pinsa. Een Italiaanse flatbread die nét wat lichter is dan pizza en ideaal om te delen. Met zelfgemaakte pesto, romige burrata-crème, knapperige pijnboompitten en een verrassend zoetje van granaatappel wordt dit gegarandeerd een smaakvol hoogtepunt aan tafel.
Begin met het afwegen van alle ingrediënten. Doe ze in een mengkom, maar houd de gist en de olijfolie nog even apart. Kneed vervolgens het water en de wijn rustig door het deeg. Voeg daarna pas de gist toe. Door dit in de juiste volgorde te doen, krijg je een stevig en betrouwbaar deeg – de fundering van je pinsa.
Laat het deeg 15 minuten afgedekt op kamertemperatuur rusten. Dit is een belangrijke stap: tijdens het rusten ontspant het deeg zich, waardoor het straks makkelijker uit te rollen is. Zie het als een kleine pauze die het deeg helpt sterker en beter werkbaar te worden.
Bestrooi je werkbank licht met bloem en rol het deeg uit tot een ovale vorm. Strooi ook een beetje bloem over de bovenkant als het deeg aan je deegroller blijft plakken. Dit is het moment waarop je pinsa zijn herkenbare vorm krijgt – stevig maar luchtig.
Strooi wat polenta of rijstebloem op je pizzaschep. Dat zorgt ervoor dat het deeg straks makkelijk van de schep op de pizzasteen schuift. Leg het deeg op de schep, druk het lichtjes met je vingers in en bestrijk het volledig met een royale laag pesto. Dit vormt het smaakvolle fundament van je pinsa.
Schuif de pinsa op de hete pizzasteen en bak hem in ongeveer 9 minuten krokant en goudbruin. Blijf er even bij in de buurt: iedere oven is anders, en je wilt dat knapperige resultaat zonder dat de bodem verbrandt.
Haal de pinsa uit de oven en beleg hem terwijl hij nog warm is. Begin met een beetje extra pesto, gevolgd door de romige burrata-crème. Strooi er pijnboompitten en frisse granaatappelpitjes over, besprenkel met aceto-siroop, voeg wat rucola toe en maak af met een scheutje olijfolie en een vleugje zeezout. Zo ontstaat een feestelijk gerecht dat er niet alleen prachtig uitziet, maar ook een smaakexplosie geeft bij elke hap.